Bouw en uiterlijk

 

Op de werf, in aanbouw, was het al te zien: dit wordt een sleepboot met het model van een jacht. Een prachtige stroomlijn, gebouwd op snelheid. De lijnen van de Holland zijn vooral zo mooi door haar zeeg, de naar voren en achteren oplopende deklijn. Vooral door de zeeg in het achterschip heeft het schip een 'kontje'. De stroomlijn, het slanke onderwaterschip, geeft de Holland met haar vermogen van 2100 EPK maar liefst een snelheid van 18 knopen (zeemijlen per uur). Kijkend naar de 'Holland' snap je waarom het woord boot zowel mannelijk als vrouwelijk is.

 

De 'Holland' mocht niet teveel diepgang hebben (3.66 meter). Er moest onder andere mee gewerkt kunnen worden in de ondiepe gronden rondom de waddeneilanden. Bovendien waren de vaargeulen om vanuit de thuishaven West-Terschelling de Noordzee te bereiken, niet al te diep. Het Schuitengat leverde vaak problemen op, en soms ook het Stortemelk, om van het nauwelijks betonde Thomas Smit Gat maar te zwijgen. In de zeegaten naar de Noordzee kunnen bij slecht weer enorme grondzeeën staan. Er wordt onder dergelijke omstandigheden veel gevraagd van een schip. De 'Holland' moest daarom stevig en betrouwbaar zijn. Zoals in het bouwbestek stond aangegeven: schip en machinerieën moeten in staat zijn, onder alle omstandigheden de dienst als zeesleepboot uit te oefenen. Alle te gebruiken materialen moeten van uitstekende kwaliteit en stevige constructie zijn. Daarnaast was snelheid erg belangrijk. Concurrentbergers lagen constant op de loer. In de jacht op 'prooi' kon iedere minuut kostbaar zijn. Met de 18 mijl/uur (dit is zo'n 33 kilometer per uur) onder gunstige weersomstandigheden, was de 'Holland' erg snel. 

Het mooie model en de degelijke materialen gingen gepaard met een fraaie afwerking. Vloeren en deuren waren van eerste klas hout: teak en oregon pine. Vurehout werd alleen voor grondhout gebruikt. De salons, de gangen en de hutten waren belegd met linoleum. Toiletten en wasplaatsen waren betegeld. Er was veel met koper gewerkt en er waren glas in lood raampjes met fraaie eilander motieven ingebouwd. Teveel om op te noemen. De 'Holland' oogde als een luxe jacht.

 

Nog wat technische gegevens voor de liefhebbers

 

De motor die alles voor elkaar kreeg was een 10 cylinder Werkspoor compressorloze dieselmotor, T.M.A.B.S. 3910, viertact. met een vermogen van 2100 EPK. Omkeerbaar en door samengeperste lucht aangezet. Daarnaast waren er 2 hulpmotoren, 3 cylinder compressorloze dieselmotoren van 90 EPK, voor het aandrijven van de hoofdcompressoren 2 dynamo's van 60 kilowatt. Lengte over alles: 57.35 meter, breedte midscheeps: 9.50 meter. De 'Holland' was uitgerust met de modernste middelen: echolood, radio-telefonie, zend- en ontvangstinstallaties die op de 'ss Nieuw-Amsterdam' niet zouden misstaan, radiorichtingzoeker, en later radar. In verband met de vele mijnenvelden boven de wadden eilanden was het schip volledig gedemagnetiseerd. In de dubbele bodem waren tanks voor 135 ton brandstof en 30 ton drink- en koelwater. Op de trommel van de sleepdraadlier was plaats voor 500 meter vijfdriekwartduims staaldraad. De draad kon met een snelheid van 15 meter per minuut gehieuwd worden.